Gedicht Rutger Kopland

Tijd – het is vreemd, het is vreemd mooi  ook

nooit  te zullen weten  wat het is

en toch, hoeveel  van wat er in ons leeft is ouder

dan wij, hoeveel daarvan zal ons overleven

zoals een pasgeboren kind kijkt alsof het kijkt

naar iets in zichzelf, iets ziet daar

wat het meekreeg

zoals Rembrandt kijkt op de laatste portretten

van zichzelf alsof hij ziet waar hij heengaat

een verte voorbij onze ogen

het is vreemd maar ook vreemd mooi te bedenken

dat ooit niemand meer zal weten dat we hebben geleefd

te bedenken hoe nu we leven, hoe hier

maar ook hoe niets ons leven zou zijn zonder

de echo’s van de onbekende diepten in ons hoofd

niet de tijd gaat voorbij, maar jij, en ik

buiten onze gedachten is geen tijd

we stonden deze zomer op de rand van een dal

om ons heen alleen wind

Rutger Kopland  (2000)

Tijd: herinneringen

In de kringloop gevonden gehaakte kleedjes ingevilt met wol, eveneens uit de kringloop. De kleuren zwart, grijs, wit met een zweempje zilver staan voor de rouwkleuren, gedragen door mijn voorouders. De patronen van de kleedjes roepen associaties op met de lievelingssieraden van mijn moeder: ‘het Zeeuwse knopje’.

Mémoires Re; 2017

Mémoires Gr; 2017

Mémoires (geheel); 2017

Tijd; detail 2

Tijd (naar gedicht Rutger Kopland); 2017

Tijd; detail 1 (2017)

Vergeten Moeders, 2015

Waarom wo(e)rden we naar onze vaders genoemd, waardoor de namen van onze (voor)moeders in de vergetelheid raken?

Ik heb meer dan 200 van mijn voormoeders opgediept en ze hun naam teruggegeven door ze op linnen af te drukken.

Een Eeuwen Lange Echo; detail, 2015

Een blad uit het boek “Een Eeuwen Lange Echo”